Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij nam een paar runderen, en hieuw ze in stukken, en hij [11]zond ze in alle landpalen van Israel door de hand der [12]boden, zeggende: Die niet zelf uittrekt achter Saul en achter [13]Samuel, alzo zal men zijn runderen doen. Toen viel [14]de vreze des HEEREN op het volk, en zij gingen uit als een enig man. 11. Te weten, de stukken der ossen, opdat de Israelieten die ziende, gedenken zouden, wat schade hun zou overkomen, zo zij weigerden Saul in dezen tocht te volgen. 12. Hetzij van de boden der Jabesieten, of anderen, die hij daartoe verkoren had. 13. Samuel wordt hier bijgevoegd, omdat hij als richter en profeet mede is getogen, om dit ontzet te doen, gelijk blijkt vs.12; inzonderheid dewijl Saul in het rijk nog niet openlijk bevestigd was. 14. Dat is, een vrees, die de Heere hun aanjoeg.